‘buurt-ca-fé o (-s) café in een woonwijk
Op het rek met de sterke dranken, boven de bar, hangen over de flessen feestelijke hoedjes, van (Vader) Abraham 50 tot carnaval en van mom tot bakkes, van pluim, kleurrijk eenvoudig tot uitgedost; hoedjes die zeggen: “Geef me een vinger en het feest barst los.” “Heren...
‘buurt-ca-fé o (-s) café in een woonwijk
Er was nog nauwelijks televisie en het liefst speelden we buiten. Hoewel er bij de Staringstraat wel klaarovers waren en de Berkdijksestraat veel verkeer kende was dat onvergelijkbaar met de drukte nu. Buiten spelen had nog enkele zweem van gevaar. Wij waren van de...
‘buurt-ca-fé o (-s) café in een woonwijk
Hij woonde in buurt. In West-end. Hij was familie van de koude kant maar we noemden hem toch oom. Familie blijft familie immers. Het was een heel gewone man. Hij werkte in de wollen stoffen industrie en dat kwam vaker voor in die tijd. Het is al een tijd geleden. Het...